Jamai, zanger zonder liefdeslied

De Nederlandse zanger en entertainer Jamai Loman (31) wil geen rolmodel zijn voor jonge homo’s. Zijn oudere publiek zou zich er eens aan kunnen storen. Evenmin durft Jamai te zingen van zijn liefde voor een jongen. Mijn eerste reactie was, wat een super slappe gozer! Beseft hij niet dat zoveel jonge mensen zo’n gebaar enorm kunnen gebruiken? Hij wil toch niet alleen voor zichzelf leven? Is hij bovendien nooit zo volop verliefd op iemand geweest, dat je er niet over kunt zwijgen. Dat je alleen al zanger zou willen zijn om over je liefde te kunnen zingen!

Toch heet Jamai uit de kast te zijn. Eigenlijk net als die andere homo’s die zo nodig menen te moeten zeggen dat ze niet met hun seksualiteit te koop willen lopen.[1] Maar jezelf zijn, heeft niets met te kooplopen te maken. Een heterojongen die over een meisje zingt, vreest toch niet er mee te koop te lopen? Integendeel, het liefdeslied is een gerespecteerd genre. Het wordt tijd dat de ‘samesex-lovesongs’ hier eindelijk een substantieel onderdeel van gaan worden! Maar dan moeten we ophouden onszelf te discrimineren.

Deze zelfdiscriminatie vindt niet zijn oorzaak in onze slapheid, maar in de kwetsbare uitgangspositie van homo’s en lesbiennes, die er als kinderen al alleen voorstaan. In principe hebben wij geen ouders en broers en zusters die ons zijn voorgegaan, ons adviseren en bij wie we ons per definitie veilig weten. Integendeel, soms heeft de jonge homo de vooroordelen over homoseksualiteit al verinnerlijkt, niet zelden via zijn ouders/familie, voordat hij zelf wist dat hij homo is, laat staan dat zijn familie het al wist. Dan betreft het ook nog eens een beladen onderwerp als seksualiteit, waarover je als opgroeiende tiener toch al onzeker bent. Je wilt al niet afwijken als tiener, maar er klopt iets niet. Bewustwording en zelfacceptatie nemen vaak behoorlijk wat tijd in beslag en rolmodellen zijn nog schaars. Intussen hoor je ettelijke keren op een dag ‘homo’ – als het al geen ‘kankerhomo’ is – als scheldwoord. Komen er leuke posters van Suitsupply in de publieke ruimte, dan zie je dat er met haat op wordt gereageerd. Vertel je dan eindelijk aan moeder/vader dat je op jongens valt, dan is de kans dat de eerste reactie luidt: ‘Homo? Ach, God jongen, wat heb ik dan fout gedaan?’ Alsof je een mislukte cake bent. Kortom, de identiteitsontwikkeling van homo’s en lesbiennes vindt plaats vanuit een basale onzekerheid.

Desondanks hebben veel homo’s en lesbiennes zich geweldig weten te ontplooien. Hierover zijn prachtige verhalen te vinden. Maar nogal wat mensen hebben ook krassen en butsen opgelopen. Zo besteedde een paar jaar geleden het Amerikaanse gay magazine The Advocate aandacht aan verschijnselen als alcohol- en drugsgebruik en antidepressiva enz. onder homo’s en lesbiennes.

Discriminatie is namelijk niet alleen een zaak van onrecht. Deze levert ook vaak persoonlijk beschadiging op. De Amerikaanse gay schrijver Edmund White schrijft in City Boy over de jaren vijftig: ‘There was no “gay pride” back then – there was only gay fear and gay isolation and gay distrust and gay self-hatred.’

Er is inmiddels veel bereikt, maar Amsterdam is geen Gay Capital meer. We zullen de publieke ruimte moeten terugveroveren. Strijden kan ook een vorm van psychische schadeverwerking zijn. Misschien zou een periodieke wedstrijd om de mooiste samesex-lovesongs een leuke stimulans zijn om Amsterdam weer singing and swinging gay te laten zijn?

Coos Huijsen

 

.

 

 

 

 

 

 

 

[1] Het Blauwe Fonds in het testament plaatsen wordt soms al ervaren als ‘met je homoseksualiteit te koop lopen’.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

3 thoughts on “Jamai, zanger zonder liefdeslied

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.