De-transitie

Laatst las ik dat iemand een de-transitie heeft gedaan: na een transitie van man naar vrouw bleek dat hij toch beter als man verder kon leven. Hij heeft zijn psycholoog aangeklaagd omdat die ten onrechte geconcludeerd had dat er hormonen en een operatie nodig waren.
Bij dit soort situaties moet je je realiseren dat het relatief weinig voorkomt: wereldwijd zo’n 0,5-3%, in Nederland minder dan 1%.  Internationaal blijkt ook, dat het bij deze percentages geen verschil maakt of een psycholoog/psychiater bepaalt of je hormonen of operaties mag krijgen of dat je dat zelf bepaalt.
Ik denk dat er een enorm voordeel is om dat als transgender zelf te moeten beslissen: het is dan namelijk iedereen duidelijk dat een psycholoog of psychiater geen inschatting kan maken wat er in jouw geval nodig is – of niet. Om die inschatting te kunnen maken, moet je namelijk weten wat iemand voelt. In welke mate iemand iets voelt. Of iemand twijfelt en, zo ja, waarover. Dat is door een ander dan de persoon die om hulp vraagt niet te beoordelen, ook niet als je veel weet als psycholoog of als je zelf transgender gevoelens hebt. Of beide.
Ook kijk ik anders tegen de-transities aan dan de ex-transgender die zijn psycholoog heeft aangeklaagd: voor mij is een transitie een leerproces. Dat maakt, dat je daar ook fouten in kunt maken – en dat je van die fouten weer kunt leren. Op verschillende momenten in je leven kun je verschillende keuzes maken. De een pakt goed uit, de ander minder goed. Na een minder goede beslissing kun je opnieuw kijken hoe je verder kunt om je leven wel beter in te richten. Dat is een heel ander model dan het medische model, waarbij na een diagnose een behandeling volgt en na de behandeling het probleem opgelost moet zijn. En als de behandeling niets opgelost heeft, de diagnose wel fout geweest moet zijn. Waarbij de diagnose steeds uitgebreid wordt met extra vragen en extra controles, om zo fouten in de toekomst te voorkomen.
Psychologen en psychiaters kunnen je helpen: door de juiste vragen te stellen en elk uitgangspunt dat je hebt opnieuw te bevragen, kunnen sommige mensen betere afwegingen maken dan zonder deze hulp. Andere mensen leren anders, bijvoorbeeld door veel films of documentaires te zien of door veel te lezen over wat anderen voelen. Of veel te schrijven over wat je zelf voelt. De een heeft veel aan zelfhulpgroepen, de ander verfoeit ze. De een helpt het om andere kleding te gaan dragen om op basis daarvan te besluiten of er ook hormonen of operaties nodig zijn, voor een ander is het beter om eerst een operatie of eerst de hormoonbehandeling te doen. En uiteraard kun je al deze acties in combinatie uitvoeren – of niet. Net wat het beste bij jou past.
Het is fijn om veel keuzes te hebben hoe je jouw transitie het beste kunt invullen, hoe jij jouw beslissingen over wat er voor jou nodig is het best kunt maken. Het zou ook goed zijn als psychologen en psychiaters niet meer de suggestie zouden wekken dat – als je van hun methode van zelfonderzoek gebruik maakt – minder risico’s loopt dan dat je niet van hun diensten gebruik maakt. Psychologen hebben net zo min als transgenders zelf een glazen bol: niemand weet hoe iemands omgeving in de toekomst zal veranderen. Niemand weet hoe gevoelens zich gaan ontwikkelen – of niet. Onzekerheid is onderdeel van het leven. Net als twijfel, trouwens.
Het zou goed zijn als psychologen en psychiaters zichzelf niet het recht zouden geven om besluiten te nemen over wat er in onze transities nodig is, zoals ze nu binnen hun “diagnostiek” wel doen. Dan zouden we ze ook niet meer voor het gerecht dagen als blijkt dat ze zich weer overschat hebben …
Frederique

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.