Maaike Muntinga | ProfieLHBT+

Maaike Muntinga is geboren en getogen in Schoorl (Noord-Holland), maar groeide pas echt op in Amsterdam. Ze studeerde geneeskunde, medische antropologie en epidemiologie, en werkt nu als post-doc onderzoeker en docent aan de afdeling Metamedica van VUmc, waar ze o.a. onderzoek doet naar diversiteit in medisch onderwijs, gezondheid en gezondheidszorg. Ze woont in Amsterdam en houdt ook nog van zingen en drummen, Engelstalige literatuur, geschiedenis, vegan pizza en harde deadlines. Ze houdt niet zo van katten, maar maakt wel eens een uitzondering.

1) Wat zijn je belangrijkste karaktereigenschappen?

Ik ben Maagd met ascendant Kreeft en maan in Stier, Venus in Maagd en Mars in Schorpioen. De astrologisch geletterde lezer zou dan voldoende moeten weten. Voor de niet-oordelende leek: ik ben analytisch, afstandelijk en perfectionistisch, maar schuw tegelijkertijd het emotionele en fysieke avontuur niet.  Sommigen noemen deze combinatie van eigenschappen een delicate dans van aarde en water, anderen noemen het een slagveld. You decide. 

2) Wie zijn de grootste voorbeelden in jouw leven?

Vanaf mijn geboorte zijn dat geweest (in min of meer chronologische volgorde) mijn oudere buurmeisje, Sporty Spice, Jari Litmanen, Janet Jackson, Kathleen Hanna, Mariah Carey, Peter Singer en Angela Davis.

3) Hoe identificeer je jezelf in gender en seksualiteit?

Ik ben hier na 36 jaar nog steeds niet uit, en heb me er een beetje bij neergelegd. Maar als ik afga op mijn seksuele en genderpraktijken dan denk ik dat anderen mij vrouw zouden noemen, en wellicht queer of homoflexibel (als die woorden in hun identiteitenrijtjes staan).

4) Vind je het belangrijk om jezelf ook als zodanig te profileren naar anderen toe?

Dat varieert, en hangt af van de context. Soms is gender en seksualiteit een politieke zaak – bijvoorbeeld wanneer je aandacht wil vragen voor de positie van LHBTNB mensen. In zulke gevallen maak ik mijn eigen identiteit bewust zichtbaar, al is het maar om ruimte in te nemen. In mijn werk kies ik er soms wel, en soms niet voor. In onderwijssituaties kan het relevant zijn om iets over mijzelf te vertellen, bijvoorbeeld als mijn persoonlijke ervaringen studenten uitdagen om ergens kritisch over na te denken of een theoretisch perspectief ondersteunen. En het onderzoek dat ik doe, vraagt dat ik mijn eigen referentiekaders gebruik (ik doe ook onderzoek naar seksuele en gender identiteit en gezondheid). Maar op andere momenten voelt delen van dat soort privé-informatie juist weer erg kwetsbaar. Alsof ik anderen direct toegang geeft tot mijn hart, mijn brein, mijn slaapkamer; niet iedereen heeft daar altijd iets te zoeken. Wel of niet uit de kast komen… het is een afweging die ik vaak op het moment zelf maak.

5) Wat vind je het meest aantrekkelijk in een andere persoon?

Onafhankelijkheid en zelfstandigheid, empathie en zorgzaamheid, optimisme en relativeringsvermogen. En humor.

6) Wat is het meest positieve dat je ooit hebt ondervonden aan niet-hetero zijn?

Mijn identiteit heeft me op jonge leeftijd helpen realiseren dat de wereld niet zo is zoals zij wordt voorgesteld door anderen. Er is van alles gaande waar niet over wordt gesproken. Ik liep al op jonge leeftijd tegen gender en seksuele normen aan die pijnlijk zichtbaar en voelbaar maakten hoe anders-zijn wordt bestraft, op heel openlijke manieren maar ook op manieren waar je niet zo makkelijk een vinger op kan leggen. Toen ik jong was ervoer ik uitsluiting heel individueel, maar later kon ik mijn ervaringen koppelen aan de werkingsmechanismen van iets dat ik dan maar het Systeem noem. En dat Systeem werkt hetzelfde voor elke afwijkende of minderheidsidentiteit. Dus ook, bijvoorbeeld, voor mensen met een niet-Nederlandse achtergrond of voor mensen met een beperking. Om maar mijn toevlucht te nemen tot het Engels: niet-hetero zijn hielp me te realiseren dat ‘all oppression is connected’. En daar ben ik op een vreemde manier dankbaar voor.

7) Wat is het meest negatieve dat je ooit hebt ondervonden aan niet-hetero zijn?

Ik heb me tijdens mijn vroege pubertijd en in de periodes na mijn coming-outs (inderdaad: meervoud…) erg eenzaam gevoeld. De impact daarvan zie ik wel terug in hoe ik nu soms dingen aanpak of ervaar. Mijn moeder zal het nooit toegeven, maar ze heeft moeite gehad met het accepteren van mijn homoflexibiliteit (en met de semi-hanenkam die zich rond diezelfde tijd openbaarde). Dat zette onze relatie onder druk, maar naarmate we allebei ouder worden gaat dat steeds beter. En natuurlijk ben ook ik wel eens uitgescholden voor pot, is me gevraagd of ik een jongen of een meisje ben, en heb ik aannames dat een partner een zus of een beste vriendin was moeten corrigeren of negeren. Vermoeiend.

8) Wat zou er per morgen gedaan moeten worden om de positie van LHBT+ ers te veranderen?

Er moet aandacht komen voor de manieren waarop andere aspecten van sociale identiteit, zoals niet wit zijn, migrant of vluchteling zijn, ouder zijn of een beperking hebben, een rol spelen in het leven van LHBT-ers. Er is veel diversiteit onder LHBT-ers en issues verschillen. Homo of trans zijn is geen universele ervaring, maar wordt gekleurd door alle andere dingen die je ook bent en door de sociale en politieke context waarin je je bevindt. Witte LHBT-ers kunnen bijvoorbeeld discriminatie ervaren door hun seksuele of gender identiteit, maar bij niet-witte LHBT-ers speelt daarnaast discriminatie op basis van etniciteit of religie. Soms komt die discriminatie uit de LHBT-gemeenschap zelf. Bijvoorbeeld door homonationalisme. Als LHBT-ers moeten we de buitenwereld ter verantwoording blijven roepen, zeker, maar ook absoluut kritisch nadenken over hoe wij zelf bijdragen aan haat en uitsluiting van maatschappelijk gemarginaliseerde groepen. Dat gesprek voeren we onvoldoende met elkaar.

9) Hoe zou je het liefst herinnerd willen worden?

Als een Besnyö-foto en een Kopland-gedicht.

10) Wat is je motto?

Want nothing, keep moving but first, do no harm.


Door: Norbert Splint

Marcel Proust kennen we onder andere van zijn beroemde vragenlijst (questionnaire) aan de hand waarvan een beeld van een persoon ontstaat in wat we vandaag de dag ‘soundbites’ zouden noemen. Door de jaren heen hebben verschillende beroemdheden de vragenlijst ingevuld. 

De Gaykrant bevraagt in ProfieLHBT+ aan de hand van een eigen variant op de vragenreeks steeds een persoon die zich onderdeel voelt van de regenboogcommunity. Beroemd of niet beroemd, rijk of arm, spierwit of pikzwart (m/v): alle LHBT-ers komen in aanmerking.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.