Auteur Frans Kellendonk was een ‘loner’

De in 1990 aan de gevolgen va naids overleden auteur Frans Kellendonk wordt gezien als een van Nederlands grootste schrijftalenten van de vorige eeuw. Met zijn debuut Bouwval maakte hij grote indruk. Later werd hij na het verschijnen van zijn boek Mystiek Lichaam (1986) verguisd en gehaat. Oud-hoogleraar en bekend literatuurcriticus Jaap Goedegebuure (71) schreef zijn onlangs verschenen biografie. “Hij was een verwarde doornbos die hunkerde naar de alles vervullende liefde.”

Tekst: Paul Hofman

Jaap Goedegebuure is emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Leiden en literatuurcriticus voor Trouw. Hij publiceerde boeken over – onder meer – H. Marsman, de literaire decadentie, de nieuwe zakelijkheid, de Nederlandse literatuur tussen 1960 en 1988 en de doorwerking van de bijbelse thematiek bij schrijvers van de twintigste eeuw. Als we hem spreken tijdens de boekpresentatie van zijn boek, kijkt biograaf Goedegebuure tevreden rond. Hoewel Frans Kellendonk meer dan 25 jaar geleden overleed, blijken zijn schrijverschap en persoon van blijvende waarde te zijn. Hij benadrukt dat Kellendonk absoluut nog niet vergeten is.

Loyaal

Waarom schreef je deze biografie?

 “Hij is een van de schrijvers die ik tijdens mijn loopbaan als criticus vanaf zijn debuut in 1977 tot aan zijn dood in 1990 met toenemende interesse en bewondering heb gevolgd. Heel intensief ook. Hij was van mijn generatie en schreef over kwesties en problemen die ik uit eigen ervaring kende. Zijn ambivalente, deels ironische, deels nostalgische en deels zelfs loyale manier waarop hij zich verhield tot de christelijke erfenis hebben mij bij mijn eigen werk als letterkundige enorm gestimuleerd.”

Omstreden

Een schrijversbiografie is een lastig en omstreden genre. Kellendonk vond het zelf maar niets en liet zich er laatdunkend over uit. Hoe zie jij dit?

 “Het heeft me er niet van weerhouden deze biografie te schrijven. Elk schrijverschap wortelt in persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden. Om dat ten volle te kunnen begrijpen is biografische informatie onontbeerlijk.”

“Hij leefde voor zijn schrijverschap.

Het was zijn passie.”

Calvinist

Kellendonk was qua houding een calvinistisch schrijver. Hij werkte zeer gedisciplineerd van ’s ochtend acht tot twaalf, nam daarna lunchpauze en schreef dan de hele middag door. Was melancholie zijn grootste drijfveer?

“Van huis uit was hij rooms-katholiek. Hij liet zich altijd laatdunkend over het calvinisme uit. Je kunt hooguit zeggen dat zijn arbeidsethos en discipline iets calvinistisch hadden. Hij leefde voor zijn schrijverschap. Het was zijn passie. Met melancholie heeft zijn gedrevenheid niets te maken, wel met de overtuiging dat de literatuur ons leven kan verrijken.”

Jaap Goedegebuure – Foto: Koos Breukel

Alles vervullend

Tijdens zijn korte leven, hij was net 39 geworden toen hij stierf, had hij veel homoseksuele contacten. In jouw biografie omschrijf je dat eufemistisch als ‘duurzaam samenleven was hem niet gegeven’. Wat is hiervan de verklaring?

“Kellendonk was wat je noemt een ‘loner’. Vanaf zijn vroege jeugd voelde hij zich een buitenstaander. Hij hunkerde naar contact met anderen, zocht naar de grote, alles vervullende liefde. Tegelijkertijd besefte hij ook dat hij te veel gehecht was aan zijn individualiteit en persoonlijke autonomie om daar in op te kunnen gaan.”

“Hij hunkerde naar contact met anderen maar was tegelijkertijd te veel gehecht aan zijn individualiteit om daar in op te kunnen gaan.”

Kardinaal Simonis

In de jaren tachtig werd de toenmalige kardinaal Simonis door homo-activisten beschuldigd van discriminatie. Hij vond namelijk dat de homocultuur de samenleving bedreigde. Ondanks het feit dat Kellendonk zich had afgekeerd van de ‘moederkerk’ nam hij Simonis in bescherming. Dat is toch raar als Kellendonk van God los was?

 “Over dat laatste: echt van God los was hij nooit. Aan het einde van zijn leven vond hij dat als God niet bestond, we hem moesten scheppen. Geloof was een creatieve daad, ‘the supreme fiction’ zoals hij in navolging van de Amerikaanse dichter Wallace Stevens zei. Hij had veel kritiek op het instituut van de Rooms Katholieke kerk, maar vond wel dat de christelijke geloofsgemeenschap nog steeds nodig was om de sociale cohesie te bewaren dan wel te bevorderen. Hij verdedigde Simonis met het argument dat die niet anders kon dan homoseksualiteit afkeuren. Dat het COC hem om die reden een proces aandeed vond hij kinderachtige en hypocriet.”

Abject

Volkskrant-columnist en later staatssecretaris van Cultuur Aad Nuis omschreef Kellendonk als een ‘abjecte reactionair’. Ook televisiepresentator Hans Goedkoop liet weten dat hij het niet eens was met de opvattingen van Kellendonk.

“Hij was diep geschokt en voelde zich ten onrechte diep geschoffeerd. Ook koesterde hij een diepe wrok over wat hem was aangedaan. Kellendonk vond dat hij slachtoffer was geworden van wat vandaag de dag ‘politieke correctheid’ heet en van het mechanisme dat zondebokken aanwijst voor het kwaad dat men in zichzelf niet wenst te zien en dus maar op anderen projecteert.”

“Kellendonk was slachtoffer van

politieke correctheid”

Verweesd

Kellendonk is een van de belangrijkste schrijvers van zijn generatie. Geroemd als stilist, spraakmakend en omstreden vanwege zijn niet zelden controversiële thematiek. Waaruit bestaat zijn testament?

 “Hij stelde vast, net als Pim Fortuyn na hem, dat we leven in een verweesde samenleving en dat we vooral behoefte hebben aan gemeenschappelijke idealen en overtuigingen. De grote woorden van het verleden hadden ook voor hem afgedaan, maar dat betekende niet dat ze geen nieuwe inhoud moesten krijgen. Een paar jaar voor zijn dood bracht hij het scherp onder woorden: ‘Het levensontkennende van die woorden zat hem in hun absolute karakter en daarvan moeten we ze ontdoen door ze gewoon te nemen voor wat ze zijn: uitingen van verlangen, verzinsels die heilzaam kunnen zijn, maar kwaadaardig worden zodra ze een absoluut bestaan gaan leiden. De religie van de hemel moet een religie van de aarde worden. Geloof is dan geen zekerheid, maar schepping. Betekenis wordt dan niet ontdekt, maar gegeven. Oorsprong en doel staan niet buiten de geschiedenis, het zijn verzinsels die de geschiedenis van binnen uit vorm geven. Het goede bestaat niet, niet in de hemel en ook niet hier, tenzij het gedragen wordt door een voortdurende reeks van goede daden.”

Doornbos

Hij was een complex man, altijd vlijmscherp, over alles en iedereen, af en toe op het vileine af. In het sociaal verkeer was hij arrogant en soms asociaal. Is zijn kritiek zelfspot of zelfhaat?

Zonder aarzeling zegt Goedegebuure: “Beide. Hij had grote moeite met de man die hij was, kon zichzelf net zo min veranderen als ieder van ons, maar liep daarmee niet te koop. Liever stak hij ironisch de draak met zichzelf, zoals hij dat ook deed met de rest van de wereld.”

“Hij dacht tegen zichzelf in”

U noemde hem ooit een ‘verwarde doornbos’.

“Die uitdrukking is afkomstig van mijn grootmoeder. Zij typeerde mij als een verwarde doornbos. Ik vind het nog altijd een prachtige omschrijving voor iemand die niet alleen naar buiten, maar ook naar binnen steekt, een complex karakter dat lastig is voor anderen, maar bovenal lastig voor zichzelf.”

Ambivalent

Heeft hij het ooit aanvaard dat hij homo was? Of is hij eigenlijk zijn hele leven op zoek geweest naar die ene grote en ware liefde?

“Kellendonk was daarover heel ambivalent. Hij kwam op zijn achttiende uit de kast en praktiseerde onbekommerd de liefde met andere mannen. Hij was promiscue en een uitgesproken jager. Aan de andere kant sprak hij ook zijn reserves uit over zijn homoseksualiteit. Ik denk dat hij het een weeffout in de menselijke biologie vond. Misschien ook wel een mankement in de kosmische orde. Aan de homo-emancipatiebeweging had hij een uitgesproken hekel. Hij zei dat niet openlijk maar stak er liever de draak mee, zoals hij dat ook deed met het geloof en de christelijke erfenis. Tot aan zijn dood zag hij niets in emancipatoir activisme en evenmin in het nadrukkelijk uitdragen van een homoseksuele identiteit, groepsgewijs dan wel individueel. Gelet op een pinnige brief aan zijn partner Jan Duyx vertikte hij het om zich te gedragen ‘als een neuroot temidden van een actiecentrum vol dwazen’.

“Homoseksualiteit was voor hem een weeffout”

Zo schreef hij: ‘Homofilie is een seksuele expressie als iedere andere en ik zie niet in waarom we geen normaal geëmancipeerd leven zouden kunnen leiden en dat we ons niet met belangrijker dingen zouden kunnen bezighouden. Ook lijkt het me fris zo nu en dan wat mensen over de vloer te krijgen die niet dezelfde obsessie hebben. Ik bedoel dit niet sarcastisch. Ik meen serieus dat het verkeerd is al te veel in dit soort zaken in te gaan.’

De wereld uit

Parodiërend was ook de gesproken column die hij op uitnodiging van het radioprogramma Homonos de ether in mocht sturen. Op gemaakt gedragen toon, gemodelleerd naar de manier waarop Gerard Reve zich tot zijn publiek tracht te wenden, haalde Kellendonk de sinds kort en vogue geraakte gay and lesbian sudies over de hekel. Wie er niet in slaagde om hoogleraar in de letterkunde, de antropologie of de psychologie te worden, kon altijd nog een riant salaris opstrijken als professor in de homostudies. En dat terwijl dat vak wetenschappelijk gezien niets om het lijf had en alleen maar diende om de zogeheten emancipatie van een al lang niet meer achtergestelde groepte bevorderen. Hier zag je de schadelijke effecten van het in Nederland woekerende discriminatietaboe aan het werk. Was het eigenlijk ook geen flauwekul om vast te houden aan het idee dat alleen een homoseksueel iets zinnigs over homoseksualiteit zou kunnen beweren? Alsof je een olifant moest zijn om je serieus met zoölogie bezig te houden. Hij besloot zijn tirade met de uitroep ‘Homoseksualiteit de wereld uit, te beginnen in Nederland.’ Het is een duidelijk ironisch bedoelde leuze. Maar net zoals dat bij Reve het geval was, heeft de ironie hier een uiterst serieuze ondertoon. Daarmee liet Kellendonk voor de zoveelste maal zien dat hij bij voorkeur tegen zichzelf in dacht.”


Frans Kellendonk wordt in 1951 als eerste kind en enige zoon in een katholiek Nijmeegs aannemersgezin geboren. Na hem worden er nog drie zusters geboren.  Vanaf zijn negende jaar wordt hij gegrepen door het schrijven van strips en verhalen; al in 1963 werd in de provinciale krant De Gelderlander een verhaaltje afgedrukt dat hij samen met een vriend heeft geschreven. Tijdens zijn gymnasiastenjaren op het Nijmeegse Sint-Dominicus College komt hij onder de indruk van klassieke filosofie en literatuur, die hem ertoe inspireren schrijver te willen worden. Zijn droom komt later uit. Na zijn studie maakt hij naam met een aantal indrukwekkende boeken. Inmiddels wordt hij gezien als een van de grotere schrijvers van de vorige eeuw. Vanaf eind jaren tachtig maakt de ziekte waaraan hij lijdt (AIDS) het hem vrijwel onmogelijk nog te werken. Hij overlijdt op 15 februari 1990 in zijn huis aan de Bethaniënstraat te Amsterdam. Kellendonk is net 39 jaar geworden.


Kellendonk, Een biografie door Jaap Goedegebuure, uitgever Querido. Bestellen kan hier

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.