Tegelwijsheden #3: Oscarwaardig

Heel langzaam begon er iets te groeien. Ik had er alles aan gedaan om “normaal” te zijn. Ik kon er niets aan doen dat ik deze gevoelens had, het was niet mijn schuld. Waarom doet iedereen zo dom tegen LHBT+-ers, ze kunnen hun gevoel toch niet veranderen? ík kan mijn gevoel toch niet veranderen? Dit gevoel werd steeds sterker tussen mijn veertiende en zestiende en in het zelfde tempo verminderden mijn zelfmoordgedachten. Hoe vaak ik aan zelfmoord dacht tussen mijn elfde en zestiende? In goede weken, maar twee keer per week in slechte weken meerdere keren per dag.  En ja, ik had veel meer slechte weken dan goede.

Mijn zelfvertrouwen groeide. Niemand had me door! Ik nam grote stappen, lette op mijn woorden en ik positioneerde mezelf tijdens gesprekken vaak zo, dat ik mezelf in de reflectie van een raam kon zien. Dan kon ik controleren of mijn gebaren en houding mannelijk genoeg waren. En tot mijn verbazing waren er zelfs meiden die me leuk vonden. Dan nam ik maar verkering en nee: ik twijfelde niet, het was een extra bescherming, alles om me te verbergen en ervaring met zoenen is op deze leeftijd altijd welkom.

“Ik ging bij toneel. Daar vonden ze dat ik talent had. Nee dombo, ik heb jaren ervaring”

Ik ging bij de leerlingenvereniging, ik ging bij toneel. Daar vonden ze dat ik talent had. Nee dombo ik heb jaren ervaring, dacht ik dan. Omdat ik populair was schold niemand mij uit. Als er op de gang gescholden werd met het woord flikker, dan kromp mijn ziel ineen, ook al hadden ze het niet tegen mij. Ik keek dan om me heen: mijn vrienden, klasgenoten, medescholieren en leraren die dit ook hoorden keken niet op of om. Dit was normaal en dat ik me onveilig, gehaat en gekwetst voelde kon niemand wat schelen.

Ik zat onzichtbaar en monddood diep in de kast, niemand zag mij, ik bestond niet en mijn gevoel deed er al helemaal niet toe. Het maakte me boos: als mijn gevoel er niet toe doet, dan doet niemand er voor mij nog toe. Ik kreeg minachting voor iedereen, ik ging iedereen, inclusief mezelf, uitdagen. Als een leerling iets moest zeggen voor een grote groep, dan deed ik dat wel. Ik zocht daarmee het felste licht dat ik maar kon vinden en zorgde ervoor dat er zoveel mogelijk ogen op mij gericht waren. Zenuwachtig voor een speech? Nee, ik had wel belangrijkere zaken aan mijn hoofd. Noem het perspectief. Daar in dat felle licht zag ik iedereen naar me kijken, kijken en kijken. Maar niemand zag MIJ! Wat een sukkels, dacht ik dan.

Het zelfde gevoel had ik als iemand een nare opmerking over homoseksualiteit maakte, ik dacht dan: jij loser, je doet stoer, maar je had dit nooit gezegd als je wist dat er een homo bij zou zijn, zo hypocriet!  Dit hielp, want ik kreeg zelfvertrouwen, zeker niet gratis, want de eenzaamheid werd zo mogelijk nog dieper.

Ook kan ik me een gesprek met een leraar herinneren, toen ik in de derde zat. Mijn schoolprestaties hadden flink te leiden onder de duistere reis, die ik aan het afleggen was. Hij vertelde me dat school mijn nummer één prioriteit was en dat ik meer discipline en focus moest hebben waar het huiswerk betreft. Ik heb veel ja geknikt en hem bedankt voor de peptalk. Maar wat ik dacht was heel iets anders: school de nummer één prioriteit? Ik denk minimaal twee keer per week aan zelfmoord, dus overleven is mijn prioriteit. Ik denk dat het best lastig is om naar school te gaan als ik dood ben. En discipline? Ga jij maar 360 kilometer lopen met de focus op een stoeptegel tussen elke stap, kom dan maar terug om met mij over discipline te praten.

“Ik ben homo en dat is prima, ik wil het niet veranderen als dat zou kunnen,”

Op mijn zestiende had ik mezelf volledig omarmd en eindelijk waren de suïcidegedachten weg. Ik ben homo en dat is prima, ik wil het niet veranderen als dat zou kunnen, want het is wie ik ben en wie ik ben is oké.

Rond mijn zeventiende heb ik het de eerste mensen verteld: mijn beste vriendin, mijn favoriete collega uit de leerlingenvereniging en mijn mentor. Ik kon voor het eerst in vijf jaar ademhalen, voor het eerst in al die jaren kon ik mezelf zijn, zonder alleen te hoeven zijn. De knoop uit mijn maag verdween langzaam maar zeker en ik kreeg een beetje rust in mijn hoofd. Ik wilde zeker niet dat iedereen wist dat ik homo ben, maar bang was ik er steeds minder voor. Ik had genoeg van het maniakale, Oscarwaardige toneelspel.


Dit is de derde aflevering van een bewerking van de voorstelling Tegelwijsheden van Hilbrand Bonthuis. De voorstelling is opgedeeld in vijf afleveringen. Elke dag verschijnt een nieuw deel. Morgen aflevering 4: ‘Afscheid van de kast’ 

Hilbrand Bonthuis


De voorstelling Tegelwijsheden heb ik gemaakt, om het verborgen leed van jongeren met LHBT+ gevoelens zichtbaar te maken. Dit doe ik door iedereen mee te nemen in mijn eigen kast.

De voorstelling heb ik om 3 redenen de naam ‘Tegelwijsheden’ gegeven:

  • Mijn jonge ik, die een stoeptegel tussen elke stap liet, om mijn ‘vrouwelijke’ lopen te verbergen.
  • Stoeptegels staan symbool voor de enorme last die LHBT jongeren met zich meedragen.
  • De ervaringen die ik heb opgedaan op deze duistere reis hebben me veel wijsheden gegeven, die stuk voor stuk op een tegeltje kunnen.

Hilbrand Bonthuis (41, Bolsward) zet zich in voor diversiteit door o.a. LHBT-voorlichting te geven op scholen. Hij spreekt zich uit voor een meer inclusieve samenleving. “In the end we will remember not the words of our enemies but the silence of our friends.” (Martin Luther King)

Volg Hilbrand op:
TwitterInstagram of Facebook

Hilbrand Bonthuis

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.