Fantaserend over mijn oude dag in een verzorgingstehuis zie ik me iedere dag een gangetje naar de supermarkt maken om een mooie fles wijn te halen voor bij de lunch en ik ga weer roken. Samen met mijn vrienden die dan nog leven gaan we zo veel mogelijk borrelen en ik zorg voor een hoge dosis Goede Tijden Slechte Tijden om ons jong te houden.
Los van die gekheid vraag ik me af wat ik mijn kleinkinderen zal vertellen over vroeger. Dat we het nodig vonden om een sterk onderscheid te maken; tussen mannen en vrouwen, seksuele voorkeuren, de strikte manier waarop we relaties invullen. Ze zullen me hopelijk glazig aankijken. Ik zal hen vertellen dat Kinsey ‘ontdekte’ dat seksualiteit een spectrum is en dat we ineens snapten dat je erover heen en weer kunt bewegen.
Ze zullen raar staan te kijken van onze ontdekking dat gender ook een spectrum is dat niet uit een statisch of/of bestaat. Ik zal hen de maatschappelijke ontwikkeling beschrijven waarin de ruimte voor verschillende genderuitingen de noodzaak tot het labelen van je relatie als homo of heteroseksueel onder druk zette. Want als je de noodzaak niet langer voelt om je te identificeren naar het gender man of vrouw wat is de ander van de relatie dan? Hetero, homo of…? Dat valt niet langer te zeggen.
Ja, meer ruimte voor variatie in genderidentificatie en -expressie zal de toekomst van seksuele identiteit mee bepalen. Ik wil dat aan mijn kleinkinderen vertellen wanneer we samen aan de lunch met wijn zitten.
Joshua Zandberg is voorzitter van het Landelijke Netwerk Biseksualiteit en elke week schrijft hij een column over zijn leven als bi-man.
Lees hier zijn column van vorige week.