Dragqueen-heldin

Beste Monique de la Fressange,

Gisteren las ik het bericht over jou. Dat je afgelopen zaterdag door jongemannen uitgescholden en in elkaar geslagen werd na een optreden in drag in café The Queen’s Head. Wat een intense treurnis. Ik hoop dat je snel herstelt, lichamelijk en psychisch. We laten ons niet kisten, beste Monique. Jij ook niet. We zullen na al het geweld dat ons wordt aangedaan niet verzuren. En waarom niet? Omdat dat niet in de roze aard ligt. Wie van roze houdt wordt soms slachtoffer, maar is nimmer zielig. 

Weet je, in de jaren negentig van de vorige eeuw woonde ik op de eerste verdieping van een klein appartementenblokje in Rotterdam. Er was tijdens vakanties al twee keer bij mij ingebroken, toen ik op een warme namiddag voor op mijn balkonnetje zat en ik in de woonkamer plotseling gestommel hoorde. Ik liep naar binnen en aan mijn bureau zat een mij onbekende jongeman met een schroevendraaier in zijn hand. Van schrik verstijfde ik. Hij sprong vliegensvlug over het balkon en vluchtte weg.

Door snel ingrijpen van buurtgenoten en politie werd hij gepakt en kwam de recherche met de nu voor mij duidelijk zichtbaar dakloze, verslaafde jongere onder mijn balkonnetje langs met de vraag of hij de dader was. Ik antwoordde bevestigend. Toen ik de kleine, jonge dader aankeek die tussen twee ooms agenten in naar me opkeek, voelde ik vreemd genoeg geen enkele woede, wraak en woestheid, maar alleen een intens soort desolaatheid.

In 2006 verhuisde ik naar Amsterdam om het gayhotel van mijn oom over te nemen. Ik heb tussen 2006 en 2010 drie keer aangifte gedaan tegen ‘teveeltestosteronmarokkaantjes’ die me uitscholden, bedreigden en met mij begonnen te vechten.

Eén van hen is ooit opgepakt en ik werd in de gelegenheid gesteld met hem te praten. Na het gesprek nodigde ik hem uit een dag mee te komen lopen met mijn Marokkaanse werknemers in mijn gayfriendly hotel. Daarna schudde ik zijn hand en zei: ‘Selema’. Ik spreek verder geen Arabisch, maar ken toevallig wel enkele Arabische woordjes en uitdrukkingen. ‘Tot ziens’ is één zo’n uitdrukking.

Het maakte me niet zoveel uit of hij wel of niet naar mijn bedrijf toe zou komen. Het ging me om het gebaar en de boodschap zelf. Wat hij ermee zou gaan doen, moest hij zelf weten. Ik stond boven hem. Ik weet hoe vreedzaam samenleven wél kan en ik zal dat altijd blijven uitdragen.

Vorige week is de twintigjarige rapper XXXTentacion doodgeschoten. Afgelopen donderdag las ik in een artikel op de site van De Gaykrant over het homofobe karakter van deze rapper. Ik had nog nooit van de jongen gehoord, laat staan dat ik wist dat het opgewonden rappend standje in de gevangenis iemand in elkaar had geslagen omdat hij dacht dat deze homo was.

Ik vond het een interessant artikel, enerzijds omdat hij blijkbaar een grote naam in de muziekwereld was waarvan ik nog nooit had gehoord en ik in de mainstream media niets teruglas over deze niet zo prettige karaktertrek van de ster, anderzijds door enkele reacties van lezers die onder het artikel waren verschenen. “Missen we niks aan,” las ik. “Net goed,” stond even verderop geschreven. En: “Opgeruimd staat netjes.”

Dat er wat misgegaan is in de ontwikkeling of opvoeding van jonge mensen als deze rapper, mijn testosteronmarrokaantjes, de jonge, verslaafde inbreker die in mijn huis zat en de aanvallers die het op jou, Monique, gemunt hadden, lijkt me duidelijk. Daar heb ik als positief ingesteld lid van de maatschappij last van. En daar heeft onze welwillende roze gemeenschap last van. Heel veel last. Jij weet dat nu als geen ander.

Natuurlijk begrijp ik heel goed de roep om zwaarder straffen. Straffen als middel tot genoegdoening van het slachtoffer en tot bescherming van de maatschappij zijn redenen om iemand zwaar(der) te straffen. Maar pakt het het probleem ook bij de wortel aan? Uit vrijwel elk onderzoek blijkt dat straffen alleen bij (uitzichtloze) jongeren en jongvolwassenen nauwelijks helpt.

Gevangenisstraf zal de verslaafde Rotterdamse jongere niet minder verslaafd maken. Gevangenisstraf zal een testosteronmarokkaantje, een dragqueenmolesteerder of zo’n figuur als rapper XXXTentacion geenszins minder homofoob maken.

Misschien is het mijn hopeloze naïviteit, misschien is het tegen beter weten in strijden voor een begripvolle wereld, maar met de bestrijding van het monster dat intolerantie heet, wil ik, als ik ‘s ochtends met de slaap in de ogen in de spiegel staar, liever niet een monster zien dat naar me terugstaart. “Net goed” en “opgeruimd staat netjes” zijn termen die mijns inziens de roze gemeenschap onwaardig zijn.

Nee, doodschieten van daders kan nooit de oplossing zijn. Ik geloof in aanpak en daadkracht. Ik geloof ook in scholing, hulpverlening en behandeling. Ik denk dat er in gezinnen, op scholen, op sportclubs, in allerlei verenigingen, in alle gebedshuizen en in alle overheidsinstanties nog heel veel werk (en uitdaging) ligt om kinderen en jongeren lhbtiq-vriendelijk op te laten groeien. Daar moet mijns inziens de werkelijke winst te halen zijn.

Met zwaar straffen (en doodschieten) bestrijd je symptomen en heb je je wraak, zal de maatschappij voor even verlost zijn van een raddraaier. Maar het zijn ingrepen in een nakende volwassenheid waarbij al veel langere tijd iets misgegaan is en waar al veel en veel eerder ingegrepen had moeten worden, namelijk: bij de opvoeding, bij de scholing en bij de vorming van het kind en van de jongere.

Bij de wortel.

Jij, Monique, moet allereerst herstellen van het leed dat je is aangedaan. Ik wens je daar alle sterkte mee. En daarna ga je hopelijk gewoon weer in drag je optreden in The Queen’s Head verzorgen.

Ja, je bent slachtoffer. Maar je bent niet zielig. Jij maakt van deze wereld een mooiere, diversere plek. De échte zieligerds, Monique, zijn degenen die ons niet willen. De bekrompenen van geest. De schijnheiligen.

We maken van dit land geen mooiere plek als we mensen gaan doodschieten.

We maken van dit land een mooiere plek als we in elk klaslokaal in Nederland een foto van jou in vol ornaat tijdens een optreden in The Queen’s Head ophangen met daaronder de tekst:

“Monique de la Fressange: dragqueenheldin. Eventjes geknakt, maar zeker niet gebroken.”

Liefs,

Rick van der Made


Jij bent godenkind, 
dat brengt
-vrede,

mij en mensheid beziet 
vanuit een perspectief 
waarin schijn niet bedriegt.

‘Geen allemansvriend’, 
fluister ik,
‘Want allemansvriend

is onbesuisd, 
bedreigt iets van de 
-rede

die jou – weinig ontziend 
en solitair – 
hielp overleven, 

met het smoren van de gedachte 
aan een wreed moeten 
-en nimmer klaagt. 

Ik – mensheid die zoekt –
lig aan je voeten
om me op te warmen

en te luisteren naar adem
die walst op de eenvoudige cadans 
van een kindergedicht 

waarvan ik me herinner 
hoe geliefd godenkind gaat, 
voor mensheid reist,

godenzoon wordt 
en weer thuiskomt,
iets eenzamer, iets minder 

allemansvriend – 
die iets van verlies 
op schouders 

en vrede 
in armen 
draagt 


Rick van der Made

Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter en columnist. Hij studeerde Frans, Engels en Pedagogiek. De dichtbundels ‘Wereldreiziger’, ‘Memoires van Huisman’ en ‘Het jaar van de arend’ zijn van zijn hand.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

6 thoughts on “Dragqueen-heldin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.