Hypocrisie rond homo-acceptatie

Mei 1945 is de eerste meimaand die ik me bewust herinner. Dat is vooral een vrolijke herinnering met veel zon en overal bloeiende meidoorns. Voor het eerst zag ik rood, wit, blauwe vlaggen wapperen met oranje wimpels en mensen met een bijpassend zonnig humeur.  Althans, zo is mei ‘’45 me bijgebleven.

Als jochie van zes stond ik natuurlijk nog niet stil bij het dubbele gevoel dat homo’s bij de Bevrijding gehad moeten hebben. Ook zij waren blij dat het land was bevrijd van de Duitse bezetter. Maar voor hen ging de dagelijkse discriminatie gewoon door. De Duitse verordening, – ‘paragraaf 175’ – ter bestrijding van tegennatuurlijke ontucht’ was weliswaar vervallen, maar niet het beruchte wetsartikel 248bis. Hierdoor bleef een volwassene strafbaar die seksueel contact had met een minderjarige van hetzelfde geslacht. Het artikel werd in het naoorlogse Nederland zelfs vaker toegepast. Homo’s waren zo gemakkelijk te chanteren.

Elke homo wist dat hij/zij in de ogen van zijn omgeving eigenlijk geen moreel bestaansrecht had.

Verder heerste zowel in Nederland als in de andere Westerse landen na de oorlog een benauwende moralistische sfeer. Hoewel in Nederland seksuele contacten tussen homoseksuele volwassenen niet strafbaar waren, was die morele onderdrukking ook hier dramatisch. Elke homo wist dat hij/zij in de ogen van zijn omgeving eigenlijk geen moreel bestaansrecht had.  Niet geheel onbegrijpelijk verinnerlijkten nogal wat homo’s deze morele veroordeling tot een uiterst negatief zelfbeeld zodat ze diep in hun hart zichzelf het bestaan niet waard vonden. Daarom verdienen degenen die desondanks vanaf het eerste moment zelfbewust in het leven stonden en de emancipatie startten ons oprechte respect. (Zie verder Homo Politicus, 2016 Balans).

Inmiddels is er een enorme strijd gestreden en de resultaten zijn ernaar. Vooral op het gebied van wet- en regelgeving is er veel bereikt. Niettemin meldt ILGA-Europe dat Nederland wat de zorg voor LHBTI-rechten uit de kopgroep is weggevallen en vooral in de publieke ruimte is de situatie verslechterd. In de jaren zeventig kon je in Amsterdam onbezorgd hand in hand lopen –  er viel wel eens een botte opmerking – maar fysiek geweld was zeldzaam. Nu lijkt dit aan de orde van de dag. Desondanks maakt in vergelijking met Parijs bijvoorbeeld, justitie hier een lamlendige indruk.

Volgens het recente rapport van het SCP zou de acceptatie van LHBTI’s  nog steeds toenemen. Behalve dat dit schuurt met de toegenomen agressie, staat het haaks op het verschijnsel dat anno 2018 29% van de bevolking nog walgt van twee zoenende mannen. Dat lijkt op acceptatie van moslims mits ze elke dag een speklapje eten en een borrel pakken. Dat zou ongetwijfeld hypocriet heten.

Dat lijkt op acceptatie van moslims mits ze elke dag een speklapje eten en een borrel pakken.

Deze uiteindelijke weerzin tegen homoseksuelen is overigens niet specifiek voor lager opgeleiden en super godsdienstigen. Zo kwam vorig jaar de film I Am Not Your Negro uit over de Amerikaanse zwarte schrijver James Baldwin. Terecht werd zijn inzet voor de emancipatie van de zwarten geprezen. Maar even onterecht werd er voorbijgegaan aan zijn bi/homoseksualiteit en zijn boeken hierover. Wat heb ik genoten van het openhartige boek Giovanni’s room (1956), een verademing in een tijd dat alles nog werd verzwegen. Toch klonk er onder de recensenten – die toch in de regel tot het verlichte volksdeel worden gerekend –  nauwelijks kritiek dat in de film een wezenlijk aspect van de persoon van Baldwin werd weggemoffeld. Dat wordt normaal gevonden.

Zo kan ook zonder al te veel kritiek in een ‘kwaliteitskrant’ als NRC Handelsblad met enige regelmaat, een verzuurd type als Youp van ’t Hek zijn homofobe teksten dumpen. Dan moet je ook niet verbaasd zijn dat anno 2018 ‘homo’ nog steeds het meest voorkomende scheldwoord is op het schoolplein en op het voetbalveld!

Daarom, laten we onszelf niet rijk rekenen. Deze verschijnselen en het gegeven dat ze niet tot felle protesten leiden, ook niet van veel homo’s en lesbo’s trouwens, zijn illustratief voor de, uiterst bescheiden, ja kwetsbare positie waarin homoseksuelen en andere seksuele minderheden nog steeds verkeren. Het heeft ook te maken met onze specifieke positie als ‘timide’ minderheid. Hierover een andere keer.

Coos Huijsen

 

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.