Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren is trots om rolmodel te zijn

De twaalfde editie van de jaarlijkse internationale Workplace Pride conferentie in de Amsterdamse Beurs van Berlage werd door een groot aantal mensen bezocht. Het thema van de dag was het veranderende gezicht van LHBTI-inclusiviteit binnen bedrijven.

Tekst: Paul Hofman

David Pollard, directeur van Workplace Pride, mocht in de middag een nieuw lid welkom heten. Heineken’s internationale manager arbeidsverhoudingen en Human Resources Manager Rutger Goethart tekende trots het convenant. “Het zal  ons helpen onze diversiteit te versterken.”

Als laatste spreker van de dag stipte de openlijk lesbische vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Ollongren een aantal punten aan die indruk maakten. De Gaykrant sprak haar na afloop. “Ik ben een ‘gender traitor’ en daar ben ik trots op.” Minister Ollongren heeft nooit moeilijk gedaan over haar homoseksualiteit. “Ook binnen het kabinet is het geen onderwerp. Ik heb een zichtbare functie en kan daardoor voor veel LHBTI-ers een voorbeeld zijn. Als je in die functie zit, vind ik dat je er voor moet gaan staan wie je bent.”

“Ik ben ook weleens uitgescholden om mijn geaardheid. Dat raakte me diep.”

Beter

Dat er bepaalde dingen in de samenleving beter kunnen, beaamt ze. “Zo moet er op scholen aandacht aan worden besteed. Er zijn op dit moment nog teveel incidenten tegen homo’s.” Zelf is ze ook weleens uitgescholden en zijn er opmerkingen gemaakt om haar geaardheid. “Dat raakte me diep.”Ze benadrukt dat Nederland een van de eerste landen die homorechten hoog in het vaandel voerde. “Dat moeten we steeds met trots blijven uitdragen”.

Artikel 1

Ollongren is blij dat de discriminatiegronden in eerste artikel van onze Grondwet worden uitgebreid. Binnenkort worden aan de tekst ‘discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan’ worden de gronden ‘handicap, hetero- of homoseksuele gerichtheid’ toegevoegd. Ze kijkt uit naar de komende Canal Parade die begin augustus weer in de Amsterdamse grachten plaatsvindt. “Dit jaar is voor mij niet de eerste keer dat ik meevaar. Wel als minister. Het is voor mij een fantastische en onbeschrijflijke ervaring.”

 

---

De volledige toespraak  tijdens Workplace Pride 2018

“Wellicht zeggen deze woorden u iets. Ze komen uit de ‘The Handmaid’s Tale’, een Amerikaanse televisieserie gebaseerd op de gelijknamige roman van schrijfster Margaret Atwood.

In de serie wordt een vreselijke toekomst geschetst. Een toekomst waarin vrouwen geen rechten hebben –  ze mogen niet eens lezen – en homo’s en lesbiennes worden vervolgd wegens ‘geslachtsverraad’.

Het indringende verhaal wordt zo akelig opgedist dat je er even bij stil staat dat de wereld ook weleens achteruit zou kunnen gaan, in plaats van vooruit en dat de wereld niet perse beter hoeft te worden voor ons allen.

Vijftien jaar geleden hoorde je zelden de term LGBTI. Niet in het publieke debat, niet op de werkvloer. Hier is gelukkig verandering in gekomen.

LGBTI is niet langer een kreet. Vandaag de dag gaat het over mensen, zien we de gezichten bij de verhalen en horen we over de problemen die worden ervaren. Het gaat over inclusie, over erbij horen, over gelijke rechten.

Dus er is vooruitgang, er is debat en de wereld is beter geworden voor ons allen. De meeste Nederlanders accepteren homoseksualiteit en genderdiversiteit. En we zijn gelukkig gewend aan verschillen tussen mensen.

Dat betekent niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. Want je mag het wel zijn, maar mag je je identiteit ook wel tonen?  De acceptatie en emancipatie van LHBTI’s vergt continu aandacht.

Lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en intersekse personen hebben nog steeds te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. Maar ook met pesterijen, intimidatie en geweld.

Het kan LHBTI’s soms veel moeite kosten hun verhaal te delen met collega’s, bijvoorbeeld uit angst voor negatieve reacties.

De online agressie die genderinclusief taalgebruik, kleding en toiletten oproepen in de samenleving laat dat duidelijk zien.

De Nederlandse overheid is duidelijk. In ons regeerakkoord en, nu bij monde van mij: Nederland treedt krachtig op tegen discriminatie en werkt actief aan emancipatie en acceptatie van LHBTI’s.

Zo wordt aan artikel 1 van de Nederlandse Grondwet een expliciet verbod op LHBTI-discriminatie toegevoegd. In dit artikel staat dat iedereen binnen ons Koninkrijk gelijk behandeld wordt en verbiedt discriminatie op welke grond dan ook. Dit kabinet neemt seksuele geaardheid expliciet op in het gelijkheidsbeginsel in dit artikel.

Ook komen er verschillende maatregelen om de positie van LHBTI-jongeren op school te verbeteren, zal het Nederlands Openbaar Ministerie dubbele straffen eisen bij geweld dat met discriminatie tegen LHBTI’s te maken heeft, en wordt geslachtregistratie zo veel mogelijk afgeschaft.

Dat wil zeggen dat de Nederlandse overheid in de toekomst zoveel mogelijk genderneutraal gaat werken. De overheid gaat niet langer onnodig vastleggen of iemand zich als man of vrouw identificeert.

Niet overal ter wereld gaat de snelheid van veranderingen even snel. In delen van Afrika, Azië en het Midden-Oosten bijvoorbeeld zijn er nog veel taboes op LHBTI-terrein.

Aandacht voor mensenrechten van LHBTI’s blijft daarom een prioriteit in het buitenlands beleid van Nederland, en ons mensenrechtenfonds wordt daartoe verhoogd.

Ook vaar ik dit jaar mee met een boot van mijn ministerie mee in de jaarlijkse Amsterdam Canal Pride parade. Dat is voor het eerst dat we dat doen als ministerie van Binnenlandse Zaken.

Dit zijn goede stappen, waarmee we willen uitstralen: in Nederland word je niet in je vrijheid beperkt. In Nederland kun je houden van wie je wilt en kun je zijn wie je wilt. Op school, thuis en op de werkvloer. Overal.

Volledige acceptatie en emancipatie begint niet bij beleidsmaatregelen, niet bij de Canal Parade, niet bij conferenties als vandaag. Het begint vooral bij u. Bij de vrijwilligers. Bij de mensen van de belangenverenigingen. Bij zij die zich blijven uitspreken.

Ik wil u daarvoor bedanken, en ik hoop dat u met mij vandaag stilstaat bij waar we vandaan komen, waar we naartoe willen, maar ook – met ‘The Handmaid’s Tale’ indachtig – hoe het ook zou kunnen zijn.”

Kajsa Ollongren, Minster van Binnenlandse Zaken