Het Amsterdamse Verzetsmuseum staat deze dagen uitgebreid stil bij de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam op 27 maart 1943. In de eerste plaats doet zij dat middels de tentoonstelling “Explosiegevaar’ en anderzijds besteedt het museum door de lezing ‘Helden en Schurken’ aandacht aan homo’s in verzet en geschiedschrijving. De openlijk homoseksuele Frieda Belinfante en Willem Arondeus speelden een belangrijke rol in die aanslag. Maar waarom is hun rol onderbelicht gebleven? Heeft hun geaardheid hierbij een rol gespeeld?
Tekst: Paul Hofman
Toni Boumans schreef een indrukwekkende biografie over de celliste en dirigente van het Concertgebouworkest Frieda Belinfante. Tijdens de bijeenkomst zal zij donderdag in debat gaan met oud-NIOD-directeur Marjan Schwegman en homo-historicus Theo van der Meer. Ook was zij betrokken als adviseur bij de tentoonstelling. De Gaykrant spreekt met Boumans over Frieda Belinfante, haar betekenis en de verhouding tussen homoseksualiteit en verzet. In de tentoonstelling vormt homoseksualiteit geen hoofdthema, in de lezing daarentegen wel.
Je schreef een boek over Frieda Belinfante. Wat intrigeerde jou in haar leven en loopbaan?
“Toen ik haar ontmoette – in 1989 in Laguna Beach Californië – wist ik dat ze de laatste overlevende was van het kunstenaarsverzet, en dat ze had meegewerkt aan de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam in maart 1943.Ik werkte aan een documentaire over Willem Arondéus, haar verzetskameraad. Ik trof een bijzondere kwieke, levendige oude dame, die tijdens de ruim veertig jaar dat ze uit Nederland weg was, niet meer over de oorlog had gepraat. Ze vertelde me over het kunstenaarsverzet, de aanslag op het bevolkingsregister en haar vriendschap met Willem Arondéus die, ze vond dat heel spijtig, zich zijn hele leven ‘anders’ had gevoeld, een buitenstaander, omdat hij homoseksueel was. Frieda was ook ‘anders’, maar ze had er nooit moeite mee, vertelde ze. Dat intrigeerde me. Toen ik ontdekte dat ze in de jaren dertig dirigente was, haar eigen kamerorkest formeerde en concerten gaf in het Concertgebouw, besloot ik, na de documentaire over Willem Arondéus, het leven van Frieda te boekstaven.”
“In die tijd was afwijzing en verachting hun lot”
Zij keek niet om maar sloeg liever de bladzijde om terwijl haar leven veel dieptepunten kende. Hoe verklaar je dat?
“Frieda wist hoe ze moest overleven. Als ze, na de oorlog, in Nederland was gebleven was het haar waarschijnlijk niet gelukt om de gruwelijke herinneringen ‘op te bergen’. Haar vertrek naar Amerika in 1947 was een fysieke en een psychische emigratie, en vooral ook een totaal nieuw avontuur.”
Hoe komt het volgens jou dat zij de geschiedenis is ingegaan als slechts een vervagende voetnoot?
“Ze vertrok in 1947 uit Nederland. De geschiedschrijving over de oorlog kwam veel later op gang. Ze heeft zich nooit meer beziggehouden met de oorlog. Frieda verbood haar zus, die af en toe wel wilde, ook maar iets over haar te vertellen. Het kostte mij ook moeite om haar over te halen.”
Hoe keek men binnen het verzet aan tegen homoseksuelen als Belinfante en Arondeus?
“Binnen de verzetsgroep van Willem Arondéus en Frieda, het kunstenaarsverzet, was de geaardheid geen punt. Men wist ervan maar het speelde geen rol, er waren andere zaken aan de orde. Bovendien: er waren in die periode weinig ‘openlijke’ homoseksuelen. Het is frappant dat drie er van, Frieda, Willem Arondéus en Sjoerd Bakker, de couturier die de politie-uniformen maakte, actief waren in het kunstenaarsverzet. Misschien waren er ook ‘’ ‘verborgen’ homoseksuelen actief binnen het gereformeerde verzet, of het christelijke verzet, of het communistische verzet. Dat zullen we nooit weten.”
“Homoseksualiteit is er altijd geweest”
Waarom is het belangrijk dat deze homoseksuele rolmodellen voor de LGBTI-gemeenschap belicht worden?
“Willem Arondéus voelde zich een buitenstaander, ook Sjoerd Bakker had moeite met zijn geaardheid. Ín die tijd was de afwijzing en verachting van de samenleving hun lot. Het verzoek van Arondéus (en ook van Sjoerd Bakker) om de mensen te vertellen dat homoseksuelen volwaardige mensen zijn, die moedig kunnen zijn en standvastig en strijdbaar, is ontroerend en volkomen terecht. De tijden zijn veranderd, maar de hartenkreet van Arondéus blijft van kracht.”
De lezing wordt gehouden op donderdag 15 maart van 15.30 tot 17.00 uur in het Verzetsmuseum, Plantage Kerklaan 61, Amsterdam. Meer informatie vind je hier.
Toni Boumans, Een schitterend vergeten leven, uitgeverij Balans
Foto: Karoly Effenberger AEG