Mijn beste vriend en ik zitten in onze favoriete kroeg op het Westergasterrein in Amsterdam. “Gebruik je nu je vrijgezel bent die datingapps, Grindr en zo?”, vroeg hij. “Nee Grindr, echt niet. Dat gaat me écht een stap te ver.” Juist daarom drong mijn beste vriend aan. “Download het dan eens. Kunnen we lachen.”
Samen zaten we met open mond te kijken naar wat er voorbijkwam. “Dit wil ik niet”, zei ik na nog geen halve minuut. “Je moet zelfs aangeven wat voor seks je fijn vindt…” Nee. Dit was niets voor mij. Tinder en Happn stonden al op mijn telefoon geïnstalleerd en zelfs dát bezorgde me de nodige zenuwen.
Soms neem ik het initiatief. Het spel heb ik nog niet helemaal in de vingers. Een enkele keer leidt een gesprek tot een date. Die vaak meer doen denken aan een aflevering van Wie is de Mol?: niets is wat het lijkt.
“Maar Pep, waarom duik je niet ‘gewoon’ de Reguliers in?”
Hoe dat komt wordt me steeds duidelijker. Je spreekt iemand oppervlakkig, lijkt van alles gemeen te hebben. Je maakt een voorstelling van de ander en drijft in gedachten af. Tot je beseft dat je het anker had moeten uitgooien.
Mijn beste vriend en ik begrijpen elkaar door en door. Tenzij het over mijn homoseksualiteit gaat. De gayscene is hem onbekend. “Maar Pep, waarom duik je niet ‘gewoon’ de Reguliers in?” Ik vertelde hem dat dat geen optie is. “Als je daar een willekeurige bar binnenloopt voelt het direct alsof er vijf paar ogen op je gericht zijn.”
Wat als de scene je niet trekt en apps vaker een waanvoorstelling tonen dan je lief is. Wat zijn je opties? Daten met de Wie is de Mol?-wijsheid in het achterhoofd of de apps verwijderen. Ik besloot er met mijn beste vriend om te lachen.
Pepijn schrijft ieder weekend een column voor de Gaykrant. Lees hier zijn column van vorige week: Haat-liefdeverhouding met liefde.
One thought on “Daten is als ‘Wie is de Mol?’”