Slechts een paar minuten geleden verliet hij de kroeg waar hij altijd komt. De regen wist hem snel te veranderen in een verzopen kat. Het was iets voor drie. Misschien twee, maar dat maakt nu toch niet meer uit.
Door het park sleept hij zijn kletsnatte lichaam voort. Twee mannen met motorhelmen kruisen zijn pad. Hij kijkt op en glimlacht warm. Op dit tijdstip is iedereen vrienden, denkt hij nog. Maar de mannen spreken hem aan, schelden hem uit. Tot een antwoord weet hij niet te komen.
Hij voelt de kou van het asfalt door zijn kleding trekken. Zijn wang gloeit. Een van de mannen wil opnieuw uithalen, tot van een bankje geluid klinkt. Twee jonge geliefden roepen naar de motorhelmen. Ze schrikken en duiken de struiken in.
Het is de derde week van 2018. Het derde geval van anti-homogeweld in onze lieve stad dit jaar. Minder dan twee weken geleden was het een 24-jarige man die met een baksteen het ziekenhuis in werd geslagen. Met nieuwjaar werd een man mishandeld.
“Het is de derde week van 2018. Het derde geval van anti-homogeweld in onze lieve stad dit jaar.”
Rake klappen in het tolerante Amsterdam. Waar het plots vandaan komt weet niemand. Dat het moet stoppen is duidelijk. Onze lieve stad moet opstaan voor haar tolerantie en geweten. Al is het maar om de belofte aan onze burgemeester na te komen.
Lief Amsterdam, je bent ook mijn haven. De stad waar de buurman een vriend is, waar we genieten van het leven. Het is bijna de vierde week van januari. Laten we het hier voor dit jaar bij laten, in de stad Amsterdam.
Pepijn schrijft ieder weekend een column voor de Gaykrant. Lees hier zijn column van vorige week: Hij stopt je in een doosje.